Lexicon van de fotograaf: scherptediepte
Als fotograaf kom je in aanraking met een enorme hoeveelheid vakjargon. Heb je net je ‘breedhoekobjectief’ ingewisseld voor een ‘telelens’, dan is het tijd om je ‘diafragma’ en ‘sluitertijd’ in te stellen. In dit artikel geven we een woordje uitleg over scherptediepte of depth of field, een belangrijk begrip voor wie originele foto’s wil maken.
Wat is scherptediepte?
Scherptediepte is een centraal begrip in de fotografie. Het laat zich echter niet zo gemakkelijk uitleggen in woorden. Hier geldt dat beelden duizend keer meer zeggen dan woorden. De eerste foto hieronder heeft een kleine scherptediepte, wat wil zeggen dat er slechts een klein gebied in het beeld scherp is. De tweede foto geeft daarentegen zowel de voorgrond als de achtergrond scherp weer, en heeft dus een grote scherptediepte.
Scherptediepte kunnen we dus definiëren als de afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten die scherp worden afgebeeld in een foto. Met een kleine scherptediepte kun je één element scherp weergeven, terwijl de voorgrond én achtergrond wazig zijn. Een foto met grote scherptediepte herken je aan scherpe details in de hele foto, onafhankelijk van de afstand ten opzichte van de camera.
Wanneer kies je voor een kleine scherptediepte?
Is dat niet wat we allemaal willen: een foto die honderd procent scherp is? Neen, toch niet. Een foto met een kleine scherptediepte is in heel wat gevallen te verkiezen boven een met grote scherptediepte. Wanneer je op één object of persoon focust, die op een grote afstand staat van een nogal drukke achtergrond, is het mooi meegenomen dat die achtergrond er wat wazig uitziet. Een foto met een scherp onderwerp maar een wazige achtergrond (dat heet trouwens bokeh) oogt artistiek én professioneel. In het geval van de bloemen hierboven, is meteen duidelijk hoe een onscherpe achtergrond bijdraagt aan de kwaliteit.
Welke factoren bepalen de scherptediepte?
De scherptediepte van een foto wordt bepaald door verschillende factoren:
- de kwaliteit van de lens,
- het type lens,
- en het diafragma.
Een goeie groothoeklens heeft vanzelf een grote scherptediepte. Een telelens heeft daarentegen een grote brandpuntsafstand (100 mm en meer) en dus een kleine scherptediepte.
Wat fotografen meestal doen om met de scherptediepte van hun foto’s te spelen, is het diafragma aanpassen. Wanneer je je diafragma instelt, kun je het gebruikte lensoppervlak verkleinen. Dat betekent dat voorwerpen op verschillende afstanden scherper op het beeldvlak geprojecteerd worden. Een kleiner diafragma (een kleinere lensopening) zorgt dus voor een grotere scherptediepte (maar ook minder licht!). Wil je echter veel ‘bokeh’ op de achtergrond, dan kies je een zo groot mogelijk diafragma. Let wel dat de diafragmawaarde aangeven op de lens of op de camera omgekeerd evenredig is aan de grootte van de lensopening. Diafragmawaarden gaan van bijvoorbeeld F1,4 tot F32. Het lagere getal is de grotere opening en vertoont bijgevolg minder scherptediepte. F2,8 is ‘groter’ dan F11.
Over de Auteur
Ons team bestaat uit een gedreven groep mensen met een passie voor alles wat met fotografie te maken heeft. Hou je van digitale fotografie of ga je eerder voor de nostalgie van analoge fotografie? Ook dan ben je bij Grobet aan het juiste adres. Aangezien wij over een ruim assortiment en veel vakkennis beschikken, willen we via onze blog jouw keuze vergemakkelijken. Nog niet de juiste informatie gevonden? Dan kunnen we je ongetwijfeld voorthelpen. In onze winkel in het centrum van Antwerpen staan onze specialisten altijd paraat.
Tags: belichting, fotograferen, fotografie, productfotografie, sluitertijd, webshop
Categorie: Tips & tricks